Check de luchtdoorlatendheid van uw gebouw!

Bij de aankoop van een jas vertelt de verkoper het regelmatig: behalve waterdicht is het ook fijn als een jas winddicht is. En zo is het ook met de isolatie van een pand: het is als een thermische schil, waarbij de luchtdichtheid zorgt voor vermindering van ongecontroleerde luchtstromen, energiebesparing en verhoging van het comfort. Andersom geldt dat fouten in de isolatie zorgen voor ongewenste vochtplekken, condensatieproblemen en/of tocht. Met een blowerdoortest krijgt u inzicht in de stand van zaken rondom luchtdichtheid van een pand.

Hoe werkt het?

Simpel gezegd creëren we in het gebouw een onder- en overdruk. De opening van de buitendeur wordt afgedekt met een zeildoek en ventilator, die wordt aangesloten op een luchtdrukmeter. Deze luchtdrukmeter meet ook de luchtdruk van de ruimte zelf. Een computerprogramma kan vervolgens bepalen hoeveel lucht een ruimte ongewenst in- of uitstroomt. De methode is vastgelegd in NEN 2686 en NEN-EN 13829. De volumestroom wordt weergegeven in m3 per uur. Bij grotere gebouwen kan het aantal ventilatoren uitgebreid worden om een correcte luchtdrukverdeling te krijgen.

De qv-10 waarde

De qv-waarde geeft de luchtdoorlatendheid van een gebouw aan. De qv staat voor de luchtvolumestroom die ontstaat via de kieren en naden bij een drukverschil van 10 Pascal. Volgens het Bouwbesluit van 2012 mag deze qv-waarde niet meer zijn dan 200 dm3 per seconde bij 10 Pascal drukverschil. Echter, met deze eis verdwijnt veel lucht via de gebouwschil. In de EPC-berekening wordt daarom qv-10 gehanteerd. De uitkomst van deze waarde is altijd lager en dus strenger dan in de regels in het Bouwbesluit. En met het toenemende streven naar duurzaamheid zal deze waarde alleen maar meer aangescherpt worden. Een lage qv-10 waarde geeft een voordeel op de EPC, maar die moet dan wel aangetoond kunnen worden.

Meten is weten

Meten dus! S&W Consultancy kan deze complexe meting voor u verzorgen! Informeer eens vrijblijvend naar de mogelijkheden en kansen.