Brandoverslag: dit zijn de regels!

De verticale afstand tussen gevelopeningen moet voldoende groot zijn, om brandoverslag tussen boven elkaar gelegen brandcompartimenten te voorkomen. Er wordt vaak gedacht dat hiervoor vuistregels zijn; dat er geen sprake is van brandoverslag bij een onderlinge afstand van meer dan 0,8 meter wordt aangehouden. Er is echter geen veilige afstand te noemen. Volgens het Bouwbesluit moet de benodigde afstand worden gecontroleerd conform NEN 6068. Het gaat daarbij om de werkelijke geometrie van de ruimte en de gevelopeningen. Met behulp van een softwareprogramma simuleren we een brand, waarbij onder meer de temperatuur en vlamlengte van de uitslaande vlammen afhangen van de geometrie. De weerstand tegen brandoverslag wordt bepaald door de hoeveelheid straling ter plaatse van een gevelopening van een bovenliggend brandcompartiment.

Tegenover elkaar

Dit geldt ook voor brandoverslag tussen tegenover elkaar gelegen brandcompartimenten. Hier is er echter wél een veilige afstand te noemen. Is de afstand meer dan 15 meter dan wordt er zonder berekening voldaan aan de gestelde eisen. Als de afstand echter minder is, dan zal er door middel van een brandoverslag berekening aangetoond moeten worden dat er aan de eisen wordt voldaan.

Opening/geen opening

Mocht uit berekening van de brandoverslag blijken dat de straling op een gevelopening te hoog is, moet deze gevelopening brandwerend worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door het gebruik van brandwerende beglazing. Maar let op: de vereiste brandwerendheid van deze beglazing hoeft niet gelijk te zijn aan de vereiste wbdbo. Volgens de NEN 6068 heeft een opening een brandwerendheid van minder dan dertig minuten. Dus als een gevelopening dertig minuten brandwerend wordt uitgevoerd, is deze volgens de norm geen opening meer. Er komt dus geen straling meer uit de opening of (omgekeerd) invallende straling vormt geen bedreiging. Indien tussen twee compartimenten niet wordt voldaan aan het stralingscriterium, hoeft dus slechts in één gevel ten minste dertig minuten brandwerende beglazing te worden toegepast.

Vides

Gebouwen worden steeds vaker uitgerust met een atrium of vide. Denk aan een woongebouw waarbij in de vloeren van de corridors vides zijn aangebracht. De bouwlagen vormen samen één brandcompartiment, mogelijk groter dan 1.000 vierkante meter. In dit soort situaties is dan de eerste gedachte dat er een rook- en warmteafvoer moet worden aangebracht, zodat de rook kan wegstromen en de vide als niet-besloten ruimte door kan gaan en niet in een brandcompartiment hoeft te liggen. Helaas gaat deze gedachte bij kleine vides niet helemaal op. Als de rookpluim groter is dan de vide zelf, kan de rook niet voldoende wegstromen en blijft het gewenste effect achterwege. Afhankelijk van de situatie zal dan naar een andere, gelijkwaardige oplossing gezocht moeten worden.

Jeroen Stephan